1936: Rijk aan Vitaminen
In de jaren ‘30 wordt gezonde voeding steeds belangrijker gevonden. Aan het begin van de eeuw ging het veel mensen nog om genoeg te eten te krijgen, nu is gezonde voeding belangrijk. Vitamines, nog maar net ontdekt, krijgen veel aandacht.
Opgroeiende kinderen
Blue Band gaat mee in die ontwikkeling, vernieuwt zich en houdt zijn marktpositie als de beste margarine. In 1936 worden de vitamines A en D toegevoegd, naast de vitamine E die al van nature in plantaardige olie, het basisingrediënt van margarine, zit. Het motto ‘rijk aan vitaminen’ verschijnt in de reclames. Ze gaan niet meer over smaak en kwaliteit, want die zijn nu bekend. De nadruk wordt gelegd op opgroeiende kinderen die ook in de advertenties verschijnen. Een goede moeder geeft haar kinderen Blue Band; het is niet alleen erg lekker, maar ook heel gezond.
Vanaf dit moment tot aan vandaag blijft het thema gezondheid en ontwikkeling van kinderen centraal staan in de reclame voor Blue Band. De slagzinnen richten zich op gezondheid en energie van de kinderen: ‘t is Blue Band dat zijn groei bevordert, en ‘t is Blue Band dat hun weerstand geeft.

Victory
Om het grote publiek duidelijk te maken wat margarine is, hoe het gemaakt wordt en waarom Blue Band de beste is verschijnt in 1929 het prachtig geïllustreerde boek Victory. Het is gratis te krijgen door een kaartje te sturen aan Blue Band.
Het boek gaat over mevrouw Harders, die niet van margarine houdt. Zij leert in een droom van het meisje Victory alles over de productie van margarine. Ze reizen naar Indië en Amerika en komen tenslotte terecht in de Blue Band-fabriek in Rotterdam. Mevrouw Harders wordt bekeerd tot Blue Band en eet nooit meer boter.
‘Dat kittige ding, dat schalksche blondje, spijkerde in één dag de zijwanden van 2400 kistjes. De opzichter vertelde het, vol trots, dat hij zoo'n werkster had. Het blondje glunderde. Meneer Harders rekende uit: in acht uren 2400, dat was per uur 300, per minuut 5 stuks.’


Het hele boek is hier te lezen: https://www.dbnl.org/tekst/_vic001vict01_01/]
Eten in de jaren ‘30
In de crisisjaren van de jaren dertig is er grote armoede. Veel mensen zijn werkloos. Honger is er niet, maar de voeding is weinig gevarieerd. Het eten bestaat uit stevige kost: veel aardappelen en het liefst met veel vlees en vet. Groenten eten vindt men niet zo belangrijk.
Ontbijt
Bij het ontbijt wordt veel brood gegeten, het liefst dik besmeerd met boter, reuzel en steeds vaker margarine en belegd met kaas, stroop of jam. Nederlanders drinken graag volle melk. Het is belangrijk om veel melk te drinken vind men. De overheid deelt in 1937 voor het eerst schoolmelk uit, het eerst in de arme wijken van Rotterdam.
Warm eten in de middag
De hoofdmaaltijd is tussen de middag. Bij de aardappels eet men het liefst vet vlees of spek. Voor veel mensen is dat te duur, die eten vis: haring uit de Noordzee, paling en snoekbaars uit het IJsselmeer en mosselen uit Zeeland. Groenten worden lang gekookt, tot hun voedingswaarde bijna is verdwenen. ‘s Avonds is er weer brood, bijna altijd witbrood.De huishoudscholen doen nog steeds hun best de Nederlandse huisvrouw op te voeden en te leren gezonder, maar zuinig te koken.